Deel 13
Blijf op de hoogte en volg Mario
10 November 2012 | Thailand, Bangkok
"Biseekl?" Het meisje van Tourist Information keek me met grote, verschrikte ogen aan. "Nooooohhh! No possible! Velly dangellous!" Ze wees naar het verkeer aan de andere kant van het raam dat alle aspecten vertoonde van een boze fietsersdroom. Ik keek ernaar en beaamde dat het een interessant project zou worden om Bangkok per fiets te verlaten.
Huh, Bangkok?
Ik bedoel: HUH, BANGKOK?!?!
Voordat men nu denkt: "Zo, Mario heeft er aardig de spurt ingezet, die laatste paar weekjes", ik heb een beetje vals gespeeld en het vliegtuig gepakt. Maar dat vermoedde men waarschijnlijk al.
Laat ik even teruggaan naar Yerevan, een stad die een beetje een doodlopende weg bleek. Hoewel het weer mild & mooi was, naderde de herfst met rasse schreden en kwam ik erachter dat ik vast zat tussen de dreigende kou & politiek gevoelige grenzen. Er zat weinig anders op dan terug te keren naar Turkije om ofwel mijn Iraanse visum op te halen in Ankara ofwel een goedkope vlucht te vinden naar, wel, waar dan ook. (Goed, dat is dus het laatste geworden, aangezien de herfst ook Iran nadert - jawel, het kan er venijnig koud & nat wezen! - en ik in dat land tegen meer gesloten grenzen aan zou rijden.)
Hoe dan ook, ik moest dus het hele eind terug van Armenie door Georgie naar Centraal-Turkije. Maar allereerst diende ik mijn weg uit Yerevan te vinden, wat gemakkelijker gezegd was dan gedaan, daar de gemeenteraad besloten had alle richtingsborden te verwijderen om de een of andere duistere reden. (Een overblijfsel wellicht van Koude Oorlog-paranoia, om binnenvallende westerse troepen in verwarring te brengen of kapitalistische spionnen op de fiets om de tuin te leiden.) Toen ik uiteindelijk de uitgang had weten te vinden met de vriendelijke hulp van Johny Kraaykamp sr. - aangezien men in Armenie een jaartje of 30 achterloopt, leeft ie hier dus nog gewoon - die wat grijnsde, met zijn hand in een niet onwaarschijnlijke richting wapperde en zoiets zei als "Tsaagh!", belandde ik in een landschap zo kaal als de poes van een pornoactrice.
Gyumri zou een van de mooiste steden van Armenie moeten zijn. Ik vrees dat dat wel klopt, maar het zegt helaas meer over de tragische toestand van de rest van het aanbod dan over de schoonheid van Gyumri. Na een lange rit door de gebruikelijke buitenwijken van verbrokkelde barakken en aangekoekte garages bereikte ik een centrumpje dat er, tsja, wel aardig uitzag (hoewel de littekens van de aardbeving van 1988 nog duidelijk zichtbaar waren). Ik ging op zoek naar een goedkoop hotelletje dat in een van de onverharde zijstraatjes moest zitten, maar omdat de aardbeving van 1988 blijkbaar ook alle straatnamen van de gevels had gebeefd (en men er nog niet aan toe was gekomen nieuwe te plaatsen) bleek deze onvindbaar en besloot ik maar verder te fietsen.
En verder te fietsen.
En verder te fietsen.
Tot ik tegen de schemering nogal plots en onverwacht op de grens met Georgie stuitte. Er was nergens een hotel te bekennen, het werd rap donker, het begon te spetteren. Het zag er even somber uit, maar een van de grenswachten zei: "Ach, je kan je tentje hier wel opzetten". Hij wees naar een dood grasveldje achter de muur van een modderige parkeerplaats vol Georgische & Turkse trucks. Er stonden twee scheefgezakte doelpalen op het veldje en het was bezaaid met lege flessen, volle luiers, visblikjes, wapperende plastic zakjes, ouwe kleren & versleten schoenen. Het rook er naar pis & uitlaatgassen. Maar goed, het alternatief was en heel end terugfietsen naar een van de mooiste stadjes van Armenie om daar op zoek te gaan naar een hotel dat misschien niet eens meer bestond. In het donker, in de regen. Ik dacht even na, kneep mijn neus dicht, schopte wat flessen aan de kant en zette mijn tentje op.
De volgende morgen verwelkomde me met een kille miezer & een venijnig windje. Ik opende mijn tent. Er vlogen twee kraaien voorbij; ze kraaiden drie maal. Als het werkelijk boodschappers van God waren, dan kwam Zijn berichtje luid & duidelijk door: "Krijg de kolere, Mario Joore!" Met verkleumde handen pakte ik mijn boeltje in, stak de grens over en was weer in het land waar verkeersregels niet zozeer een wettelijke verplichting waren alswel een lachwekkende optie. Georgie dus. Na enkele dagen (en diverse aanslagen op mijn leven met gemotoriseerde voertuigen (waaronder een politiewagen)) verliet ik Georgie via dezelfde route als ik er zo'n maand geleden was binnengekomen. Hoewel ik Akhaltsikhe nog steeds niet "pleasant enough" zou willen noemen, was het stadje nu ook weer niet zo erg als ik mij herinnerde. Maar ik ben bang dat dat zeer veel zegt over het aanbod van de afgelopen weken...
Terug in Turkije diende ik weer die 2550 meter hoge pas te beklimmen. Om het wat boeiender te maken viel er ditmaal voor de variatie een ijzige regen en was de top gehuld in een kille mist die het zicht beperkte tot net voorbij mijn voorwiel. Nu is klimmen zelden een plezierige bezigheid, maar het bood in ieder geval nog het voordeel dat ik een beetje warm bleef. Bij de afdaling, met de bijtende regen die in mijn gezicht sloeg, begon ik serieus te vrezen voor onderkoeling.
Na tweeeneenhalve dag fietsen onder loodzware luchten, ploeterend door poolwinden, ijzige miezers & de doodsaaie Anatolische steppe - monotone bergen bezaaid met rotsen & een dood struikje (om de boel wat op te vrolijken) - bereikte ik Gole. Alles was klam & kil, en ik besloot dat ik de gehele onderneming behoorlijk zat was. Ik had het punt bereikt dat ik gewoon maar ergens in de natte, modderige straat tussen de koeienvlaaien wilde gaan zitten om mijn ogen te sluiten, niet meer te bewegen en niet meer na te denken. Uiteindelijk koos ik toch maar voor een wat constructievere benadering van de situatie door naar het plaatselijke busstationnetje te gaan en te kijken of iemand bereid was mij & mijn fiets mee te nemen naar Ankara.
Dat was niet het geval.
Maar na enkele uren ging er wel een minibusje naar Erzurum waar mijn kansen om een bus naar Ankara te vinden aanzienlijk groter waren dan in een baggergehucht waar de koeien door de straten banjerden. De chauffeur keek naar mijn fiets, haalde zijn schouders op, schoof 'm met enig gepast geweld in het gangpad - niet tot genoegen van alle passagiers - en weg waren we, de donkere natte Anatolische nacht in, een nare wind waaiend door enige weinig strategische gaten in de carosserie van het bestelbusje.
Het was laat toen we in Erzurum arriveerden en hoewel ik moe & afgestompt genoeg was om op de stoep van het uitgestorven busstation ineen te zijgen, was ik nog net niet moe & afgestompt genoeg om me daar ook daadwerkelijk dood te laten vriezen. Dus hees ik me maar weer op mijn fiets om op zoek te gaan naar een goedkoop hotelletje. Dat ik verrassend snel vond. Het 12-jarige jongetje bij de receptie kopieerde geconcentreerd elke letter uit mijn paspoort op een smoezelig a4'tje, overtuigde zichzelf er op de een of andere manier van dat ik uit Ierland kwam en vroeg me de naam van mijn vader & moeder op te schrijven (voor het geval ik stout was, vermoedelijk). Toen bracht hij me naar de kamer: een smerige, geel geschilderde gevangeniscel die stonk naar muffe schimmel, oud zweet & dode sigaretten. Het tapijt zag eruit alsof het enige tijd dienst had gedaan in een stal vol kettingrokende varkens. En het matras was een aardige aanwinst geweest voor een museum van Chinese martelwerktuigen.
Dat is dus de prijs die je betaalt voor je Hollandse zuinigheid.
Toen ik ergens half augustus voor de eerste maal in Turkije arriveerde, waren het de laatste dagen van de Ramadan. Nu was ik terug in Turkije en was het slachtfeest in volle gang. Mooi hoor, zo'n ronde cirkel, maar het gevolg was wel dat elke bus was volgeboekt. Het was of twee dagen wachten of een van de laatste stoelen nemen in een trein die er twee maal zo lang over zou doen. En nu kan ik jullie dus vertellen dat 24 uur staren naar een landschap zo boeiend en afwisselend als een film van Andy Warhol terwijl je opgepropt zit tussen onwelriekende dikke dames, onsmakelijk snurkende oude boeren en dreinerige verwende kinderen lang niet zo leuk is als het klinkt. Van de positieve kant: het was onvoorstelbaar goedkoop. Wat het allemaal wat dragelijker maakte.
Na een weekje wachten in Ankara - niet bepaald de mooiste stad van Turkije - kon ik eindelijk weg. Reizen met de fiets mag je dan bijzonder flexibel maken, deze flexibiliteit houdt wel een beetje op zodra die fiets in een grote kartonnen doos zit en je behangen met twee zware achtertassen & een volgestouwde voortas de bus naar het vliegtuig dient te nemen. De 3 kwartier van Ankara naar Istanboel waren zo snel voorbij dat ik ze eigenlijk al vergeten was toen het vliegtuig nog bezig was naar de startbaan te taxien. Er staat me nog vaag iets bij dat de passagiers naast het gebruikelijke feit dat ze telefoons en laptops dienden uit te schakelen, ook geen elektrische scheerapparaten mochten gebruiken tijdens het stijgen & dalen. Zouden er mensen - met name mannen (neem ik aan) - zijn die per se gladgeschoren de lucht in willen gaan?
Nou ja, over natscheren werd niks gezegd, dus er zijn altijd nog andere opties.
In Istanboel had ik net genoeg tijd om te pissen & een flesje raki te kopen, en toen zat ik al weer in het volgende vliegtuig, hopende dat het grondpersoneel ook genoeg tijd had om mijn fiets van de ene naar de andere kant van de luchthaven te transporteren. En dan, bij voorkeur, ook nog eens het juiste vliegtuig te vinden. (Waarin men slaagde; waarvoor hulde!) Dankzij een persoonlijk tv-schermpje met een uitgebreide keuze aan films, series & documentaires vloog de vlucht voorbij (ja, hahaha, letterlijk). Sterker nog, eigenlijk kwam ik een paar uurtjes te kort. Het toestel zette zijn landing in en ik zag vlakke weilanden, rijtjeshuizen & flatgebouwen dichterbij komen. "Ha, net Holland!" Maar toen zag ik rijstvelden, palmbomen & tempels, en was ik na een kleine 10 jaar weer terug in Thailand.
Het eerste wat me opviel, was de mededeling "Welcome in our peace of mind land". Wat toch vele malen geruststellender was dan de verzekeringskantoren van Armenie. En was mijn hoofd wat raar door de lange vlucht zonder slaap of las ik nu echt "Airport police smile"? Ik hoop van wel, ook al viel er verdraaid weinig te glimlachen na anderhalf uur zeulen met drie tassen en een grote kartonnen doos met een gedemonteerde fiets op zoek naar vervoer naar het centrum van Bangkok. Maar goed, ik moet niet zeuren, het was lekker benauwd en het regende niet. (Hoewel het met een luchtvochtigheid van 93% toch aardig in de buurt kwam. 93%? Klopt dat wel? Ik bedoel, da's slechts 7% verwijderd van een zwembad. Een vol zwembad, wel te verstaan!)
Ik vermoedde dat een shuttlebus me wel naar het centrum zou brengen. Dat deed hij niet. Hij bracht me bij een vaag busstationnetje waar na een zeer lang & verwarrend gesprek met de chauffeur - waar had die man het over? - een minibusje me (min of meer) naar het centrum bracht. Net niet centrum genoeg echter, zodat ik maar uitgeput en natbezweet ineenzeeg op een stoeprand, zonder kaart of enig idee van waar ik me ongeveer bevond, me bedenkend dat ik mijn entree tot een krankzinnige Aziatische megastad bij nader inzien toch wat beter had kunnen plannen. Na een tijdje - 5 minuten? enkele uren? een kleine eeuwigheid? - in een eigenlijk niet geheel onprettige shocktoestand te hebben doorgebracht (met een soort watterig droomidee m'n fiets dan maar ter plekke te monteren) zag ik mezelf tot mijn eigen verbazing een tuktuk aanhouden om me naar backpackersgetto Khao San Road te brengen. De chauffeur kletste de oren van mijn kop, maar hij had een kapje voor zijn mond, het verkeer knetterde & reutelde er lustig op los, en af & toe dwaalde mijn brein af naar gebieden die zich wellicht niet meer in deze werkelijkheid bevonden, zodat ik absoluut geen idee had wat hij liep te wauwelen. "Zeker! Zeker!", knikte ik zo nu & dan maar. Misschien in het Engels, misschien in het Nederlands. God mag weten waar ik het allemaal mee eens was. Ik sluit overigens ook niet uit dat de man gewoon heel onboeddhistisch op het muurvaste verkeer zat te vloeken.
Bangkok is geen mooie stad. Bangkok is zelfs geen plezierige stad. Het is een onoverzichtelijke puinhoop. De straten zijn de dichtgeslibte aders van een fastfoodjunk en het broeikasweer & uitlaatgassen maken de atmosfeer bijna tastbaar (en een heel karwei om je doorheen te worstelen). Toch blijft het mijn favoriete, grote stinkstad. Maar na ruim 2 weken niet te hebben gefietst, wordt het hoog tijd weer op te stappen. Het zal zeker een uitdaging worden. Niet alleen de stad verlaten, maar ook het klimaat. Maar is het ook onmogelijk, zoals het meisje van Tourist Information zei? Nou ja, niks is onmogelijk, natuurlijk. Behalve dan misschien bepaalde dingen. Maar dan nog. Betekent dat dan ook dat je die dingen dan maar niet moet doen?
Wat een onzin, zeg!
-
22 November 2012 - 16:57
Deborah:
WErd op je reisverslagen geattendeerd oor een andere oud-collega van je. LEUK LEUK LEUK! Wat schrijf je heerlijk.
We zouden je willen uitnodigen bij het afscheid van het Tropentheater, maar dan fiets jij vast ergens in Vietnam ofzo?
Hartelijke groeten, het ga je goed,
Deborah -
22 November 2012 - 19:28
Ursula Bouman:
Hi Mario,
Wat schrijf je toch leuk, ik leef met je mee hoor!
Hier is het nog wel fijn werken in het TT, al het goede wordt extra voelbaar 'in het zicht van de haven'..
Maak het goed, dappere jongen!
liefs, Ursula -
28 November 2012 - 12:17
Marco:
Dag Mario,
Ik ga altijd gladgeschoren de lucht in, ook lijn 9 stap ik trouwens niet zonder flinke scheerbeurt binnen.
Heel veel plezier in Thailand en een goede reis gewenst,
Grt, Marco
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley