Deel 5
Door: msjoore23
Blijf op de hoogte en volg Mario
20 Juni 2012 | Roemenië, Cluj-Napoca
"Uh-oh", zei de doorgaans zo panisch uitbundige dame van de camping in Gyula toen ik haar vertelde dat ik de volgende dag naar Roemenie zou vertrekken. Ik vroeg: "Hoezo uh-oh?", maar hierop begon ze slechts heel hard te lachen. Zoals ze eigenlijk om alles heel hard moest lachen. Haar hele lijf trilde, drilde en lilde; de zwarte bikini die ze droeg, was duidelijk noch op haar postuur, noch op haar leeftijd berekend. Het was een bijzonder hartelijke vrouw, maar ik vrees te moeten zeggen dat dit een van de minst smakelijke spektakels was die ik deze reis heb mogen aanschouwen.
Eerlijk gezegd keek ik wel uit naar Roemenie. Hongarije was een aangenaam land om doorheen te fietsen, maar na enkele dagen begint zo'n poesta toch wat saai te worden. Eindeloze graslanden die op een desolate manier best indrukwekkend zijn. Maar ook veel agrarische bedrijven & akkers & weilanden, zodat ik - als ik mijn ogen een beetje dichtkneep - de onaangename indruk kreeg een kleine 2500 km te zijn teruggeworpen en door Zeeland of de kop van Noord-Holland (of een willekeurig andere polder van ons platgeslagen koeienvlaaitje van een landje) fietste. In Hongarije overigens nog een ex-buurman van de jachthaven - Rob (een Ier) - opgezocht die daar met zijn Zwitserse vrouw op een boerderij woont. Aldaar Nederland - Denemarken gezien, pijl & boog geschoten, een hek gerepareerd, en - zoals dat dan gaat bij Ieren - een lichte alcoholvergiftiging opgelopen.
Enfin, Roemenie. De volgende dag zette ik - na het alleszins bemoedigende "uh-oh" van de campinghoudster - koers naar het vijfde land op de route. Het viel verdomd nog niet mee om de grens te vinden. Ik raakte verstrikt in een dorpje genaamd Gyulavari, zag een oude man een verhitte discussie voeren met zijn fiets ( die er heel verstandig het zwijgen toe deed, hoewel hij verwoede pogingen ondernam om aan de onvaste grip van de oude man te ontkomen) en vroeg tenslotte maar aan een boer in een blauwe overall: "Romania?" Deze begon heel hard (in het Hongaars) tegen me te praten, als was ik niet zozeer een buitenlander alswel zwaar gehoorgestoord. Toen hij zag dat ik desondanks toch nog moeite had hem te begrijpen, begon hij er ook nog heel heftige armgebaren bij te maken, waarschijnlijk met de gedachte: "Oh, als ie me niet verstaat, zal ie ook wel visueel gehandicapt wezen". Nou ja, uiteindelijk pikte ik de boodschap toch op: "Trug, man! Je mot trug!" Wat ik deed en waar ik zag dat ik gewoon de snelweg moest nemen. Zoals dat soms zo gaat in deze contreien.
De grenspost was alleszins indrukwekkend te noemen. Er gebeurde nochthans weinig, hoewel ik vreemd genoeg wel mijn paspoort moest laten zien aan een bijzonder streng kijkende, doch uiterst zwijgzame man in uniform. Tot wie schijnbaar nog niet was doorgedrongen dat we tegenwoordig allemaal tot 1 grote, Europese familie behoren. Of misschien was hij gewoon een beetje nostalgisch naar die goeie, ouwe tijd toen je als communistische ambtenaar nog fijn een beetje de nurkse machtswellusteling kon uithangen. Zijn jongere collega, die wat Engels sprak, bleek een stuk toeschietelijker. Hij stelde de gebruikelijke vragen - "Where you come from? Where you going to? Black Sea? All the way from Amsterdam?" - en bekeek m'n fiets en de opgestouwde rommel eens goed. "Nice hobby..."
Ik sluit echter niet uit dat ik het slachtoffer was van Roemeens sarcasme.
Bij het wisselkantoor probeerde ik mijn laatste Hongaarse forinten te wisselen voor Roemeense lei, wat nog niet eens zo vanzelfsprekend was. De man die onderuitgezakt achter zijn bureautje zat, bekeek de biljetten als ik hem zojuist wat gerecycled wc-papier had toegeschoven. Uiteindelijk haalde hij zijn schouders op en telde hij wat plastic kermisgeld voor me uit waarvan ik me ernstig afvroeg of ik daar werkelijk dingen voor zou kunnen kopen of dat men de biljetten luid lachend om zo veel stompzinnige goedgelovigheid in mijn gezicht zou terugsmijten.
Veel verschil met Hongarije was er aanvankelijk (uiteraard) niet. Dezelfde vlakke velden die er hooguit wat rommeliger uitzagen. De dorpjes werden echter allengs stoffiger & armoediger, en in de verte doemden de blauw-grijze contouren op van serieus gebergte.En hoewel ik wist dat het geen pretje zou gaan worden, deed het me goed dat die eindeloze platheid weldra achter me zou liggen.
*****
Tsja, het is nou niet zozeer dat je een applaus verwacht van een buslading toeristen & een handjevol lokale bevolking die je van alle kanten schouderklopjes geven & ijskoude blikjes bier in je handen drukken als je eindelijk bovenaan die 725 meter hoge Buces-pas staat, maar iets meer dan een voorgoed gesloten 'chiosc' en een betonnen pilaar was toch wel leuk geweest. Maar nee, de zwaar bezweten fietser moet het doen met een reclamebord van een blozende boerin in traditionele klederdracht die een schaal vasthoudt vol pannenkoeken die druipen van het stroop. In werkelijkheid zat er helaas niet meer in dan een zelf meegebrachte droge boterham met leverpastei & lauwe limonade.
Ook best lekker, hoor, op z'n tijd.
Dat was een stevige klim en terugkijkend op de kleine stukjes weg die hier & daar door het groen schemerden, begin je je achteraf toch een beetje af te vragen aan wat voor imbeciele onderneming je eigenlijk begonnen was in het heetst van de middagzon. Maar tegelijkertijd is het zo onvoorstelbaar gaaf. Tot dusverre is Roemenie een fantastisch mooi land om doorheen te fietsen, ook al wordt het je niet altijd gemakkelijk gemaakt. En dan heb ik het niet alleen over slechte wegen of pittige hellingen of krankzinnige automobilisten, maar ook dwingt het ontbreken van voorzieningen je soms tot improviseren. Wat natuurlijk ook wel weer zijn charmes heeft. Wildkamperen leidt niet altijd tot even comfortabele situaties, hoewel er bij Salciua de Jos zo'n perfecte plek was dat ik - ook al was het eigenlijk nog wat vroeg om te stoppen met fietsen - deze gewoon niet kon laten schieten. Een redelijk vlak stukje gras langs een murmelende rivier, ingeklemd tussen hoge, dichtbegroeide rotswanden, een tiental meters verderop een watervalletje om te douchen & voor drinkwater... Te mooi om waar te zijn. Maar soms is dat soort dingen dus wel waar. En terwijl ik daar met een bakje koffie zat te twijfelen of ik wel of niet zou blijven, bedacht ik me dat een paar biertjes het helemaal af zouden maken. Dus op de fiets gesprongen om bij het eerstvolgende dorp - afslag Posaga de Jos (een gat van niks, en dan druk ik me nog best voorzichtig uit) - eens te kijken of er een 'magasin' zat die open was. Die was er niet. Maar er was wel een cafe. Nou ja, een laag, houten kot zonder ramen. Buiten stonden de bierkratten hoog opgestapeld en twee oude mannetjes zaten op een bankje Timisoreana's te drinken. Dus dat zat wel goed. Ik groette hen met een beleefd "Buna ziua", zij groetten me terug met een tamelijk verbouwereerd "Buna ziua". (Het gebeurt dan ook waarschijnlijk niet iedere dag dat er een zwaarbeladen, stoffige, zweterige westerse fietser voor hun stamkroeg stopt; maar goed, daar kan ik natuurlijk naast zitten.) Ik stapte door het plastic vliegengordijn de bar binnen die - en nu was het mijn beurt om tamelijk verbouwereerd te zijn - blauw stond van de rook van een stuk of tien paffende (en drinkende) Roemeense boeren. Ik weet niet of er geanimeerde gesprekken gaande waren voor ik arriveerde, maar dat was zeker niet het geval toen ik eenmaal binnen stond. Dus ik schraappte mijn keel, riep maar weer weer een beleefd "Buna ziua", spotte de koelkast, pakte er 3 blikjes Timisoreana uit, zei in mijn beste Roemeens - om toch maar een beetje de stilte te vullen die wat ongemakkelijk tussen die sigarettenrook hing - "Perfecto", betaalde de bardame en toen ik met een grijns naar buiten liep, meende ik een vaag gerommel uit het donkere hok achter me te horen komen, wat heel goed het gteluid kon zijn geweest van een stuk of tien lachende, Roemeense boeren.
En toen ik die avond voor mijn tent een biertje zat te drinken, bedacht ik me wat een godsonmogelijk mooie plek het toch eigenlijk was. Het is lastig onder woorden te brengen, maar ik word hier werkelijki heel gelukkig van. Want ook al zal ik hier (& daar) nogal 's sarcastisch klinken, ik geloof dat deze trip een van de gaafste dingen is die ik in mijn leven heb gedaan.
*****
Welke sadist heeft besloten die camping op de hoogste heuvel rond Cluj te bouwen? Halfdood reed ik uiteindelijk het terrein op dat er volkomen uitgestorven bij lag. Niemand bij de receptie, niemand bij het restaurant, niemand op de camping. "Leuke plek", dacht ik, "Voor een last-man-on-earth-zombiefilm". Ik fietse maar weer terug naar de receptie en klopte op de deur. Ja, weet je veel. En verdomd. Er kwam iets tot leven onder een geruit dekentje. Er klonk wat gekreun & gegrom. Een ongeschoren man met een geexplodeerde haardos & een scheefgeknoopt overhemd kwam omhoog van een doorgezakte bank en wankelde op onvaste benen naar het loket. Hij maakte een tamelijk haveloze indruk. En tevens een wat laveloze. Ik geloof niet dat de man geheel nuchter was. Hij schoof me de gebruikelijke papieren toe die je dient in te vullen en schreef vervolgens een enigszins beverige '30' op een blaadje. Wat? 30 lei? Voor 3 nachten? Hij knikte. Het leek me rijkelijk onderbetaald (nog geen 2,30 euro per nacht), maar aangezien een discussie in het Roemeens met een net ontwaakte dronkelap me nogal vruchteloos leek, schoof ik hem wat plastic nepgeld toe. Toen ik hem vroeg welke richting het centrum van de stad op was, keek hij wat verward om zich heen, alsof hij zich plots realiseerde dat hij werkelijk geen idee had waar hij nu eigenlijk was. Tenslotte maakte hij maar, zo kreeg ik de indruk, op goed geluk wat vage handgebaren in een willekeurige richting. Ik bedankte hem en wilde al weglopen, maar vervolgens begon hij op uitermate lijzige toon op te sommen wat Cluj de toerist zoal te bieden had (onderwijl nog steeds dezelfde vage handgebaren makend in dezelfde (of eendere) vage richting): "T-e-a-t-r-u-l... D-i-s-c-o... C-i-n-e-m-a... M-u-z-e-u-l... R-e-s-t-a-u-r-a-n-t..." Het liefst had ik hem onderbroken met een: "Zeg, ik wil niet zeiken, of liever gezegd, ik wil wel zeiken en heel erg nodig ook, dusseh..." toen hij plots stilviel, me een ogenblik glazig aanstaarde en weer op de bank plofte.
Die 30 lei hadden zich nu al terugbetaald.
Eerlijk gezegd keek ik wel uit naar Roemenie. Hongarije was een aangenaam land om doorheen te fietsen, maar na enkele dagen begint zo'n poesta toch wat saai te worden. Eindeloze graslanden die op een desolate manier best indrukwekkend zijn. Maar ook veel agrarische bedrijven & akkers & weilanden, zodat ik - als ik mijn ogen een beetje dichtkneep - de onaangename indruk kreeg een kleine 2500 km te zijn teruggeworpen en door Zeeland of de kop van Noord-Holland (of een willekeurig andere polder van ons platgeslagen koeienvlaaitje van een landje) fietste. In Hongarije overigens nog een ex-buurman van de jachthaven - Rob (een Ier) - opgezocht die daar met zijn Zwitserse vrouw op een boerderij woont. Aldaar Nederland - Denemarken gezien, pijl & boog geschoten, een hek gerepareerd, en - zoals dat dan gaat bij Ieren - een lichte alcoholvergiftiging opgelopen.
Enfin, Roemenie. De volgende dag zette ik - na het alleszins bemoedigende "uh-oh" van de campinghoudster - koers naar het vijfde land op de route. Het viel verdomd nog niet mee om de grens te vinden. Ik raakte verstrikt in een dorpje genaamd Gyulavari, zag een oude man een verhitte discussie voeren met zijn fiets ( die er heel verstandig het zwijgen toe deed, hoewel hij verwoede pogingen ondernam om aan de onvaste grip van de oude man te ontkomen) en vroeg tenslotte maar aan een boer in een blauwe overall: "Romania?" Deze begon heel hard (in het Hongaars) tegen me te praten, als was ik niet zozeer een buitenlander alswel zwaar gehoorgestoord. Toen hij zag dat ik desondanks toch nog moeite had hem te begrijpen, begon hij er ook nog heel heftige armgebaren bij te maken, waarschijnlijk met de gedachte: "Oh, als ie me niet verstaat, zal ie ook wel visueel gehandicapt wezen". Nou ja, uiteindelijk pikte ik de boodschap toch op: "Trug, man! Je mot trug!" Wat ik deed en waar ik zag dat ik gewoon de snelweg moest nemen. Zoals dat soms zo gaat in deze contreien.
De grenspost was alleszins indrukwekkend te noemen. Er gebeurde nochthans weinig, hoewel ik vreemd genoeg wel mijn paspoort moest laten zien aan een bijzonder streng kijkende, doch uiterst zwijgzame man in uniform. Tot wie schijnbaar nog niet was doorgedrongen dat we tegenwoordig allemaal tot 1 grote, Europese familie behoren. Of misschien was hij gewoon een beetje nostalgisch naar die goeie, ouwe tijd toen je als communistische ambtenaar nog fijn een beetje de nurkse machtswellusteling kon uithangen. Zijn jongere collega, die wat Engels sprak, bleek een stuk toeschietelijker. Hij stelde de gebruikelijke vragen - "Where you come from? Where you going to? Black Sea? All the way from Amsterdam?" - en bekeek m'n fiets en de opgestouwde rommel eens goed. "Nice hobby..."
Ik sluit echter niet uit dat ik het slachtoffer was van Roemeens sarcasme.
Bij het wisselkantoor probeerde ik mijn laatste Hongaarse forinten te wisselen voor Roemeense lei, wat nog niet eens zo vanzelfsprekend was. De man die onderuitgezakt achter zijn bureautje zat, bekeek de biljetten als ik hem zojuist wat gerecycled wc-papier had toegeschoven. Uiteindelijk haalde hij zijn schouders op en telde hij wat plastic kermisgeld voor me uit waarvan ik me ernstig afvroeg of ik daar werkelijk dingen voor zou kunnen kopen of dat men de biljetten luid lachend om zo veel stompzinnige goedgelovigheid in mijn gezicht zou terugsmijten.
Veel verschil met Hongarije was er aanvankelijk (uiteraard) niet. Dezelfde vlakke velden die er hooguit wat rommeliger uitzagen. De dorpjes werden echter allengs stoffiger & armoediger, en in de verte doemden de blauw-grijze contouren op van serieus gebergte.En hoewel ik wist dat het geen pretje zou gaan worden, deed het me goed dat die eindeloze platheid weldra achter me zou liggen.
*****
Tsja, het is nou niet zozeer dat je een applaus verwacht van een buslading toeristen & een handjevol lokale bevolking die je van alle kanten schouderklopjes geven & ijskoude blikjes bier in je handen drukken als je eindelijk bovenaan die 725 meter hoge Buces-pas staat, maar iets meer dan een voorgoed gesloten 'chiosc' en een betonnen pilaar was toch wel leuk geweest. Maar nee, de zwaar bezweten fietser moet het doen met een reclamebord van een blozende boerin in traditionele klederdracht die een schaal vasthoudt vol pannenkoeken die druipen van het stroop. In werkelijkheid zat er helaas niet meer in dan een zelf meegebrachte droge boterham met leverpastei & lauwe limonade.
Ook best lekker, hoor, op z'n tijd.
Dat was een stevige klim en terugkijkend op de kleine stukjes weg die hier & daar door het groen schemerden, begin je je achteraf toch een beetje af te vragen aan wat voor imbeciele onderneming je eigenlijk begonnen was in het heetst van de middagzon. Maar tegelijkertijd is het zo onvoorstelbaar gaaf. Tot dusverre is Roemenie een fantastisch mooi land om doorheen te fietsen, ook al wordt het je niet altijd gemakkelijk gemaakt. En dan heb ik het niet alleen over slechte wegen of pittige hellingen of krankzinnige automobilisten, maar ook dwingt het ontbreken van voorzieningen je soms tot improviseren. Wat natuurlijk ook wel weer zijn charmes heeft. Wildkamperen leidt niet altijd tot even comfortabele situaties, hoewel er bij Salciua de Jos zo'n perfecte plek was dat ik - ook al was het eigenlijk nog wat vroeg om te stoppen met fietsen - deze gewoon niet kon laten schieten. Een redelijk vlak stukje gras langs een murmelende rivier, ingeklemd tussen hoge, dichtbegroeide rotswanden, een tiental meters verderop een watervalletje om te douchen & voor drinkwater... Te mooi om waar te zijn. Maar soms is dat soort dingen dus wel waar. En terwijl ik daar met een bakje koffie zat te twijfelen of ik wel of niet zou blijven, bedacht ik me dat een paar biertjes het helemaal af zouden maken. Dus op de fiets gesprongen om bij het eerstvolgende dorp - afslag Posaga de Jos (een gat van niks, en dan druk ik me nog best voorzichtig uit) - eens te kijken of er een 'magasin' zat die open was. Die was er niet. Maar er was wel een cafe. Nou ja, een laag, houten kot zonder ramen. Buiten stonden de bierkratten hoog opgestapeld en twee oude mannetjes zaten op een bankje Timisoreana's te drinken. Dus dat zat wel goed. Ik groette hen met een beleefd "Buna ziua", zij groetten me terug met een tamelijk verbouwereerd "Buna ziua". (Het gebeurt dan ook waarschijnlijk niet iedere dag dat er een zwaarbeladen, stoffige, zweterige westerse fietser voor hun stamkroeg stopt; maar goed, daar kan ik natuurlijk naast zitten.) Ik stapte door het plastic vliegengordijn de bar binnen die - en nu was het mijn beurt om tamelijk verbouwereerd te zijn - blauw stond van de rook van een stuk of tien paffende (en drinkende) Roemeense boeren. Ik weet niet of er geanimeerde gesprekken gaande waren voor ik arriveerde, maar dat was zeker niet het geval toen ik eenmaal binnen stond. Dus ik schraappte mijn keel, riep maar weer weer een beleefd "Buna ziua", spotte de koelkast, pakte er 3 blikjes Timisoreana uit, zei in mijn beste Roemeens - om toch maar een beetje de stilte te vullen die wat ongemakkelijk tussen die sigarettenrook hing - "Perfecto", betaalde de bardame en toen ik met een grijns naar buiten liep, meende ik een vaag gerommel uit het donkere hok achter me te horen komen, wat heel goed het gteluid kon zijn geweest van een stuk of tien lachende, Roemeense boeren.
En toen ik die avond voor mijn tent een biertje zat te drinken, bedacht ik me wat een godsonmogelijk mooie plek het toch eigenlijk was. Het is lastig onder woorden te brengen, maar ik word hier werkelijki heel gelukkig van. Want ook al zal ik hier (& daar) nogal 's sarcastisch klinken, ik geloof dat deze trip een van de gaafste dingen is die ik in mijn leven heb gedaan.
*****
Welke sadist heeft besloten die camping op de hoogste heuvel rond Cluj te bouwen? Halfdood reed ik uiteindelijk het terrein op dat er volkomen uitgestorven bij lag. Niemand bij de receptie, niemand bij het restaurant, niemand op de camping. "Leuke plek", dacht ik, "Voor een last-man-on-earth-zombiefilm". Ik fietse maar weer terug naar de receptie en klopte op de deur. Ja, weet je veel. En verdomd. Er kwam iets tot leven onder een geruit dekentje. Er klonk wat gekreun & gegrom. Een ongeschoren man met een geexplodeerde haardos & een scheefgeknoopt overhemd kwam omhoog van een doorgezakte bank en wankelde op onvaste benen naar het loket. Hij maakte een tamelijk haveloze indruk. En tevens een wat laveloze. Ik geloof niet dat de man geheel nuchter was. Hij schoof me de gebruikelijke papieren toe die je dient in te vullen en schreef vervolgens een enigszins beverige '30' op een blaadje. Wat? 30 lei? Voor 3 nachten? Hij knikte. Het leek me rijkelijk onderbetaald (nog geen 2,30 euro per nacht), maar aangezien een discussie in het Roemeens met een net ontwaakte dronkelap me nogal vruchteloos leek, schoof ik hem wat plastic nepgeld toe. Toen ik hem vroeg welke richting het centrum van de stad op was, keek hij wat verward om zich heen, alsof hij zich plots realiseerde dat hij werkelijk geen idee had waar hij nu eigenlijk was. Tenslotte maakte hij maar, zo kreeg ik de indruk, op goed geluk wat vage handgebaren in een willekeurige richting. Ik bedankte hem en wilde al weglopen, maar vervolgens begon hij op uitermate lijzige toon op te sommen wat Cluj de toerist zoal te bieden had (onderwijl nog steeds dezelfde vage handgebaren makend in dezelfde (of eendere) vage richting): "T-e-a-t-r-u-l... D-i-s-c-o... C-i-n-e-m-a... M-u-z-e-u-l... R-e-s-t-a-u-r-a-n-t..." Het liefst had ik hem onderbroken met een: "Zeg, ik wil niet zeiken, of liever gezegd, ik wil wel zeiken en heel erg nodig ook, dusseh..." toen hij plots stilviel, me een ogenblik glazig aanstaarde en weer op de bank plofte.
Die 30 lei hadden zich nu al terugbetaald.
-
21 Juni 2012 - 08:05
Mette:
Ja-ja-ja... het begint nu op een ware avontuur te lijken. Vermakelijk om te lezen! Leuk dat je Rob heb gezien - en zeker bij de leuke wedstrijd tussen Denemarken en Nederland. 'Denen eerste prooi' stond er op de voorpagina van de Telegraaf (die koopt Rai he, niet ik) en die hangt nog steeds hier op de deur geplakt en zal ook nog wel een tijd blijven hangen ook. Zo blijft het wel gezellig hier in huis. Pas op jezelf jonge en je weet het: niet tegen vreemde praten na het donker! XXXXX -
27 Juni 2012 - 20:09
Jur:
Hoi Mario!
Ik weet hoe vermoeiend die Transylvanische bergen zijn. Bergje op, bergje af. Eenbaanswegen met kamikaze piloten in afgetrapte BMW's of boerenkar incl. Zigeuners. En dan reed ik in een auto..
Btw, Ik heb het goede nieuws tegen mijn rondborstige schoonzussen verteld dat je onderweg bent. Ze zullen je in Bucarest met sarmale, tuica & hoge hakken ontvangen! Ik hoop dat je je gedraagt en je fiets op slot zet.
Geniet,
Jurriaan.
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley